Argentinië
en
Brazilië
Met de komst van burgerregeringen in beide landen veranderde de samenwerking.
De militaire invloed werd terug gedrongen en de samenwerking werd in een
breder kader voortgezet, zoals later de economische samenwerking in Mercosur,
een vrijhandelsassociatie. Het besef groeide dat het openhouden van de
nucleaire optie steeds meer nadelen met zich meebracht. Het zorgde
voor een internationaal isolement en belangrijke technologie werd hen onthouden.
Hierdoor werden de kosten hoger en de duur van de projecten langer, waardoor
beide uiteindelijk, mede door de economische recessie in de jaren '80 ,
besloten om af te zien van de nucleaire optie.
In beide landen had men nooit echt vorderingen gemaakt in het nucleaire
programma. Ook het Braziliaanse militaire parallel-programma bleef zonder
resultaat. Het doel van de programma's was in de eerste plaats gericht
op ontwikkeling, modernisering en industrialisatie, waarbij men niet afhankelijk
zou zijn van andere. De militaire optie was van secundair belang.
De samenwerking leidde tot vergaande wederzijdse inspecties en afspraken
met het IAEA. Buitenlandse druk speelde hierbij ook een rol. Duitsland
eisten volledige IAEA-waarborgen voordat nieuwe nucleaire leveringen aan
Brazilië aan de orde waren. Na het amenderen traden ze toe tot
het verdrag van Tlatelolco-verdrag uit 1967, dat nu in werking kon treden.
Argentinië is intussen lid van het NPV
, het MTCR (1993) en de NSG
(1994) geworden. Hierna kreeg het van de VS wapenleveranties, nucleaire
samenwerking en gunstige handelsafspraken. Brazilië, lid van
het MTRC en de NSG, heeft een verbod op het ontwikkeling van niet-vreedzame
nucleaire toepassingen. Dit moet de internationale gemeenschap gerust te
stellen, omdat het geen NPV-lid is geworden. Achteraf kan geconcludeerd
worden dat de vrees voor verspreiding van kernwapens in Latijns-Amerika
ongegrond was.