Het Missle Technology Control Regime (MTCR)
In de jaren '70 en '80 verspreidde de rakettechnologie zich vooral in de ontwikkelingslanden. De strijd om invloedssferen door de VS en de SU ging namelijk gepaard met grote wapenleveranties, waarvan de overdracht van rakettechnologie een deel uitmaakte. Het gevaar van de verspreiding van deze technologie ligt in de militaire toepassingsmogelijkheden. De militaire kracht van een land neemt zeer sterk toe als het land over raketten beschikt, zeker in combinatie met NBC-wapens. Dit kan niet alleen de veiligheid van een land vergroten, maar ook het prestige op het internationale toneel.
Raketten zijn gevaarlijker dan bijvoorbeeld vliegtuigen, omdat ze niet terug geroepen kunnen worden als ze eenmaal gelanceerd zijn. De tijd die ze erover doen om een doel te bereiken is slechts enkele minuten en er bestaat nog steeds geen goede verdedigingsmiddelen tegen. Dit roept het gevaar op van als eerste de raketten willen gebruiken om vernietiging te voorkomen.
Raketten kunnen aantrekkelijk zijn als bijvoorbeeld vliegtuigen een te beperkt bereik hebben of dat de luchtverdediging van potentiële vijanden moeilijk doordringbaar is. Daarnaast kunnen ze dienen om kernwapens te verspreiden over verschillende overbrengingsmiddelen, zodat ze minder kwetsbaar zijn.

Om dit gevaar het hoofd te bieden was de VS in 1982 in het geheim begonnen om te onderhandelen over afspraken die dit probleem moesten aanpakken. Dit resulteerde in het Missle Technology Control Regime (MTCR). Het MTCR werd in april 1987 in gesteld op initiatief van de G-7 landen. Het is niet gebaseerd op een verdrag, maar op afspraken tussen de verschillende deelnemende landen. Het MTCR was vooral gericht op het voorkomen van de verspreiding van technologie waarbij raketten in staat zijn om te dienen als nucleair overbrengmechanisme. Later is ook rekening gehouden met de mogelijkheden voor chemische en biologische wapens.
De afspraken betreffen raketten met een bereik van minimaal 300 km en een kop zwaarder dan 500 kilogram. Het is niet mogelijk om overtreders sancties op te leggen. Deze grens is arbitrair en kwam tot stand omdat potentiële kernwapenstaten niet in staat werden geacht om geavanceerder systemen te ontwikkelen.  Daarnaast is het arbitrair omdat Hitler-Duitsland al beschikte over raketten die zwaardere en lichtere ladingen konden vervoeren. De gegevens hierover staan in open bronnen en zijn daarom voor iedereen toegankelijk. Verder is kritiek mogelijk op het feit dat ook de toegestane raketten kunnen dienen om doelen te raken in buurlanden. Door hun lading te verzwaren zal het bereik verminderen. Tevens bevat het MTCR discriminerende elementen aangezien, ontwikkelde landen het niet zullen toepassen op gelijke landen.  Ook zouden sommige Amerikaanse en Russische raketten met conven-tio-nele lading geschikt zijn voor kernkoppen al vallen ze niet onder het MTRC. Deze zijn ook verkocht aan derde landen zoals Israël en Syrië. Naast deze landen zijn Argentinië, Brazilië, Egypte, India, Iran, Irak, Noord-Korea, Pakistan, Zuid-Afrika, Zuid-Korea en Taiwan in het bezit van rakettechnologie of raketten. Sommige hebben ruimtevaartprogramma's die gebruikt kunnen worden voor de lancering van kernwapens.

Het aantal deelnemende landen nam vlak na aanvang van het MTCR snel toe.  Dit komt doordat een redelijk compromis tussen veiligheids- en commerciële belangen is getroffen.
Complete systemen en belangrijke onderdelen van systemen worden niet geëxporteerd, terwijl 'dual-use'-goederen per geval beoordeeld worden en dus wel geëxporteerd kunnen worden. Ook het MTCR wordt door de ontwikkelingslanden als discriminerend beschouwd. Na de Koude Oorlog verklaarde de SU, een van de grootste exporteurs van raket-technologie, zich te zullen houden aan de afspraken, zonder echt lid te worden. Alleen China en Noord-Korea, allebei grote exporteurs van deze technologie, zijn geen lid van het regime. China heeft wel in 1991 verklaard dat het zich zou houden aan dit regime.  In 1995 werden o.a. ook Brazilië, Zuid-Afrika en Rusland lid en kwam het aantal lidstaten op 28.
De export beperkende maatregelen voor gevoelige technologie heeft men ondanks onderhandelingen in de General Agrement on Tariffs and Trade (GATT) en de World Trade Organization (WTO) overeind kunnen houden, omdat alle deelnemers het recht voorbehouden wilden hebben om maat-regelen te nemen die hun veiligheid waarborgde.

Het belangrijkste dat de landen met elkaar hebben bereikt is een aantal afspraken waarin bepaald is onder welke voorwaarden het doorgeven of verkopen van raket-technologie is toegestaan. Daarnaast bestaat een lijst van technologie die gecontroleerd moet worden. Het MTCR werkt zo dat de verschillende landen elkaar vrijwillig op de hoogte houden van de (mogelijke) transacties rond rakettechnologie, waardoor meer vertrouwen tussen de deelnemende landen groeit.
Het meest bekende succes van het regime is het kunnen staken van de samenwerking aan de ontwikkeling van de Condor II. Dit was een raket die als reactie op de Falklands-oorlog door Argentinië in samenwerking met Egypte en Irak ontwikkeld werd. Deze was afgeleid van de Amerikaanse Pershing-II raket, die sinds het INF-akkoord verboden was. De SU eiste daarom dat de ontwikkeling werd gestopt en na zeer lange tijd van Amerikaanse druk werd het project in 1993 beëindigd.
Daarnaast maakt regime in het kostbaarder maken van de raket-technologie in het algemeen, hetgeen de verspreiding beperkt. Als een staat echter vast besloten is om over deze technologie te kunnen beschikken dan is het haast onmogelijk om dit tegen te gaan.
 

terug