Noord-Korea
Noord Korea had waarschijnlijk in de jaren '70 besloten kernwapens te
ontwikkelen. Zuid-Korea was in die tijd ook bezig geweest met het ontwikkelen
van kernwapens, maar was onder Amerikaanse druk gestopt. Ook had de VS
tijdens de Korea-oorlog gedreigd kernwapens te gebruiken. Kernwa-pens moesten
ook dienen in het Noord-Koreaanse streven naar hereniging. Ze zouden Amerikaanse
kern-wapens op het schiereiland moeten neutraliseren, de afhankelijkheid
van de SU en China moeten verminderen en als een bewijs van Noord-Korea's
wetenschappelijk en technisch kunnen moeten dienen. Dit laatste was vooral
voor binnenlandse doeleinden. Sinds 1988 beschikte het land over
een volledige nucleaire cyclus , maar intussen was de Noord-Koreaanse situatie
sterk verslechterd. Hierdoor liep het programma ernstige vertraging op.
Binnen de groep machthebbers ontstonden waarschijnlijk twee groepen,
de hardliners en de gematigden. Beide zagen in dat hun land kwetsbaar was
geworden. De hardliners dachten dat de kwetsbaarheid een Zuid-Koreaanse
aanval zou uitlokken. Het was onzeker of Noord-Korea dan op steun kon rekenen.
De oplossing voor de hardliners waren kernwapens als afschrikkingsmiddel.
De gematigden zagen als oplossing een nauwere band met de rest van de wereld.
Hierdoor zouden de spanningen afnemen en de economie nieuwe leven ingeblazen
worden. Eventueel kon de economie naar Chinees model hervormd worden zonder
de controle over het land te verliezen.
Door het verzoek in 1992 voor bijzondere inspecties liep de gematigde
strategie vast. De relatie met Zuid-Korea en de VS verslechterde snel en
de hardliners kregen de overhand. Doordat de Amerikaanse aanpak van de
crisis voorspelbaar was, kon Noord-Korea de situatie uitbuiten. Het speelde
een spel van 'brinkmanship' en kon hierdoor een uitzichtloze situatie in
zijn voordeel veranderen. In de ogen van het Westen vertoonde het land
irrationeel gedrag, waarop moeilijk te reageren was. Zo kondigde het in
1993 aan dat het uit het NPV stapte (met in achtneming van de opzegtermijn)
, waarmee het rechtstreekse onderhandelingen met de VS los kreeg. Het bleef
inspecties hinderen, terwijl het toegezegd had mee te zullen werken. In
1994 begon het brandstofstaven te wisselen , wat het begin kon zijn van
het winnen van plutonium. Deze actie diende beide kampen. Volgens de gematigden
zou dit de VS dwingen terug naar de onderhandelingstafel te komen en volgens
de hardliners zou dit kernwapens weer een stap dichter bij brengen.
Bij elke stap kreeg Noord-Korea meer concessies los, zonder dat het eerder
gedane beloftes na kwam. Op het hoogtepunt van de crisis dreigde het zelfs
met oorlog, waarbij gevreesd werd dat het kernwapens zou gebruiken.
De ondervoeding, de economische crisis, de groeiende militaire kracht
van Zuid-Korea en niet te vergeten de kracht van de Amerikanen maken oorlog
een zo goed als onmogelijke optie. De militaire oefeningen en mobilisatie
die gehouden als reactie op de Amerikaans-Zuid-Koreaanse militaire oefening
Team Spirit vergen al zoveel van de economie en de energievoorraden , dat
geconcludeerd kan worden dat een invasie niet tot de mogelijkheden behoort.
Hetzelfde geldt voor het gebruik van kernwapens, als Noord-Korea die zou
al heeft, omdat dan alles wat nodig voor het overleven van Noord-Korea,
zoals de Zuid-Koreaanse economische infrastructuur dan verwoest zal zijn.
Na het bezoek van de voormalige president Carter in 1994, volgde een
aantal gesprekken tussen de VS en Noord-Korea, die in oktober '94 tot een
overeenkomst leidde.
In ruil voor het stopleggen van de bouw van nieuwe gra-fiet-kernreactoren
en het winnen van plutonium krijgt Noord-Korea 2 licht-water-reactoren,
ter waarde van 4 miljard dollar, en 500 000 ton zware stookolie per jaar
tot de nieuwe reactoren voltooid zijn. Daarnaast zijn afspraken gemaakt
over diplomatieke erkenning. Hiervoor is een speciaal consortium
Koreaans-schiereiland Energie Ontwikkelings Organisatie (KEDO) opgericht.
De VS, Japan, Zuid-Korea en enkele andere landen nemen in KEDO deel.
Door de overeenkomst vinden de uitgestelde inspecties op zijn vroegst pas over 5 jaar plaats. De licht-water-reactoren gaan in tegen het streven naar zelfvoorzienend, omdat het land afhankelijk zal worden van buitenlandse levering van verrijkt uranium of van de leveranties van verrijkingstechnologie. Tests begin jaren '60 toonde aan dat plutonium uit deze reactoren ook geschikt is voor kernexplosies, al is de kracht dan moeilijk te voorspellen. Daarnaast is het oneconomisch. De vraag rijst hoe groot de kans was dat de bouw van de nieuwe reactoren door kon gaan, gezien de economische crisis van het land. Het is zeker dat het door zal gaan met vertragingstactieken en zich niet zal houden aan afspraken als dit meer oplevert.
Achteraf kan geconcludeerd worden dat de kwestie Noord-Korea het non-proliferatie
regime en vooral het IAEA beschadigd heeft. Het land beweert dat het NPV
binnen een dag opgezegd kan worden, omdat de uittreding slechts werd uitgesteld.
Dit accepteren zal zeker een precedent scheppen als het NPV niet meteen
al dood is. De VS heeft de positie van het IAEA ondermijnd door steeds
weer toe te geven voordat Noord-Korea zijn verplichtingen was nagekomen
en doordat het IAEA buiten de onderhandelingen met Noord-Korea werd gehouden.
De overeenkomst lijkt mooi op papier, maar de uitvoering zal moeilijk worden.
Het Congres wenst niet het volledige budget beschikbaar te stellen, hetgeen
KEDO ondermijnd Noord-Korea is veel gegeven terwijl het onduidelijk
is of het wel waard was.