India als kernwapenstaat
Op 11 mei 1998 hield India na 24 jaar opnieuw, een aantal van 3 kernproeven, dit keer voor militaire doeleinde. 2 dagen later volgde nog 2 proeven. Binnen 3 weken later antwoordde buurland en aartsrivaal Pakistan met eigen kernproeven. De internationale gemeenschap veroordeelde de proeven en India raakte verder geďsoleerd.
Historie
In mei 1974 had de toenmalige premier Indira Ghandi besloten tot het houden
van kernproeven op een moment dat de situatie in het land gespannen was door
onrusten. Hoewel 3 proeven gepland waren werd maar 1 proef gehouden. Dit kwam
door de internationale afkeurende reacties. De verklaring dat het een proef was
voor vreedzame doeleinden deed hier niets aan af.
In de periode die hier op volgde werd India altijd omschreven als een drempelstaat. Hiermee wordt bedoeld dat een land alles klaar heeft om nucleaire wapens te maken, maar dat deze alleen in elkaar gezet moeten worden. Andere landen waren buurland Pakistan en Israel.
In de jaren na de eerste kernproef werd gestreefd naar het kleiner en efficienter en krachtiger maken van de wapens door het verfijnen van de fabricatie mogelijkheden en het ontwerp. Al voor 1980 begon India te aan een thermonucleair wapen.
In 1968 kwam het Non-proliferatie verdrag (NPV) tot stand tegen de verspreiding van kernwapens. India heeft dit nooit getekend, omdat het een nucleaire apartheid zou scheppen. Dit standpunt bleef het jaren achtereen verkondigen.
De situatie begon te veranderen in 1989 toen de dominatie van de Congrespartij van de Ghandi’s stopte doordat de verkiezingen verpletterend verloren werden. Hierop volgde een periode van politieke instabiliteit. In 1991 kwam de Congrespartij onder leiding van P.V. Narasimha Rao opnieuw aan de macht. Hij probeerde als premier de relatie met China te verbeteren.
In 1994 laaide, naar aanleiding van de 20ste verjaardag van de eerste Indiaase kernproef, in de media de discussie over een eigen kernwapen op.
India verzette zich tegen de onderhandelingen over het kernstopverdrag (CBTB) dat kernproeven zou verbieden. Op 24 september was het CTBT klaar voor ondertekening en een voorwaarde voor het inwerking treden hiervan was de ondertekening door India. Alle 44 landen die de technologie beschikken om kernwapens te maken moeten het ondertekeningen en ratificeren voordat het CTBT inwerking zal treden. In India kwam protest hier tegen omdat dit het einde zou betekenen van het kernwapenprogramma, hetgeen volgens de voorstanders de veiligheid van India in gevaar zou brengen. Dit verzet kwam vooral van de oppositiepartij de BJP (Bharatiya Janata Partij) en beschuldigde Rao niet op te komen voor de nationale belangen. Om de nucleaire lobby te gemoed te komen besloot Rao om niet mee te doen aan de verleningsconferentie voor het NPV in 1995. Hij stond nog positief ten opzichte van het CTBT, maar wenste wel wat aanpassingen.
In mei 1996 kwam de echte politieke verschuiving met het aan de macht komen van een coalitie van 14 partijen waaronder de BJP. De partij was altijd al voorstander geweest van eigen kernwapens. De coaltie van de BJP hield 13 dagen stand, waarin voorbereidingen werden getroffen om kernproeven te houden. Dit was 2 dagen te kort om ze uit te voeren. De nieuwe regering van het Verenigd Front olv H.D. Deve Gowda zette de proeven niet door en verklaarde in september 1996 nog dat India geen plannen had om kernwapens te bouwen of te testen. Dit standpunt werd ook door Indiaase wetenschappers onderschreven.
Het Indiaase standpunt rond het CTBT verharde en het werd nu in strijd met Indiaase veiligheidsbelangen gezien. India stemde tegen de VN resolutie van het kernstopverdrag en was niet bereid stappen te ondernemen waardoor de nucleaire optie in de toekomst opgegeven werd. Het land protesteerde ook tegen het feit dat universele kernontwapening niet binnen een bepaalde tijdsperiode werd vastgelegd en het eiste dat laberatorium tests verboden zouden worden. Het feit dat India moest tekenen voor het verdrag in werking kon treden vond het een aantasting van haar soevereiniteit. Het gevolg van dit protest was dat India in een soort isolement terecht kwam.
Bij de verkiezingen in 1998 werd de BJP nog groter in het parlement en de coalitie hield stand, wat enige politieke stabiliteit gaf.
In mei van dat jaar en zonder met de coalitiepartners te overleggen besloot de BJP premier Atal Behari Vajpayee om 5 ondergrondse kernproeven te houden. Na de bekendmaking van het houden van de proeven was India in grote euforie. De internationale gemeenschap was minder optimistisch.
India heeft ongeveer 60 kernwapens, waarvan geschat minder dan 10 klaar zijn om in elkaar te zetten. Het heeft waarschijnlijk genoeg plutonium voor 78 kernwapens. Andere schatten dat India rond de 200 kernwapens kunnen maken gebaseerd op het aantal kernreactoren van het land die niet onder toezicht van het IAEA staan. De 60 kernkoppen zullen waarschijnlijk verdeeld worden over de raketten (de Agnis en de Prithvis) en over vliegtuigen.
Binnenlandse oorzaken
Waarom had India besloten om na 24 jaar toch weer kernproeven te houden,
terwijl men kon rekenen op de veroordeling door een groot aantal landen?
Hiervoor zijn een aantal redenen voor te geven. De belangrijkste reden is het aan de macht komen van de BJP. Deze partij is een rechts nationalistische partij met een ideologie die bestaat uit anti moslim en anti seculaire hindu standpunten. De partij heeft altijd openlijk verklaard voor een eigen kernwapen te zijn. Hierdoor zouden andere landen de grootheid van India herkennen. De BJP was eerder korte tijd aan de macht geweest maar dit was te kort geweest om de kernproeven volledig voor te bereiden en uit te voeren. Onder druk van de BJP heeft de Congrespartij in 1995 overwogen om kernproeven te houden. Het was echter een kwestie van wachten tot het moment dat de BJP weer aan de macht zou komen.
Een andere belangrijke reden is het streven naar internationale erkenning. India heeft met een bevolking van rond 1 miljard het gevoel niet serieus genomen te worden. Men wil een permanente zetel in de VN Veiligheidsraad en het feit wil dat de huidige 5 permanente leden allen kernwapenstaten zijn.
Buitenlandse oorzaken
Ook een aantal buitenalndse factoren waren van invloed op het besluit van
India. Zo hebben na de onafhankelijkheid India en Pakistan 3 keer gevochten
tegen elkaar. De VS stuurde tijdens de laatste oorlog een vliegdekschip met
waarschijnlijk kernwapens aan boord naar de golf van Bengalen als steun voor
Pakistan. Hierbij komt het feit dat Kashmir nog steeds een spanningsveld is
tussen de twee landen. Aan de andere kant heeft India in 1962 een grensoorlog
met China verloren en 2 jaar later vond de eerste Chinese kernproef plaats.
Hierdoor kon de Indiaase voorstanders pleiten voor een eigen bom. India is van
mening dat het ingesloten is tussen twee nucleaire landen die steeds nauwere
banden met elkaar aangaan. Bij een conflict zou dit tot een twee fronten oorlog
kunnen leiden. Ook de goede relatie tussen de VS en China, sinds 1972, en
Pakistan worden argwanend bekeken.
De samenstelling van de VN veiligheidsraad en de afnemende rol van India in de Niet gebonden Landen spelen een rol. Volgens India streeft het buitenland naar een gelijkheid tussen Pakistan en India en dit zou volgens India niet passen. Het land is seculier en twijfelt openlijk aan het bestaansrecht van Pakistan, in India wonen meer dan 100 miljoen moslims.
Het raketprogramma van Pakistan bereikte in april 1998 een nieuw hoogtepunt met de succesvolle lancering van de Ghauri-raket, waardoor grote Indiaase steden, zoals Delhi en Bombay, voor het eerst bedreigd konden worden. Het Indiaase besluit voor de kernproeven kwam 2 dagen na deze Pakistaanse raketproef
Reacties en gevolgen
Hier volgt een korte opsomming van de gevolgen en reacties:
Pakistan hield 2 weken later zelf kernproeven.
China is nu waakzaam nu het een openlijke kernmacht aan haar grens.
De VS kondigde sancties af en Japan ook. Deze sancties zijn nu niet meer van kracht door de coalitie die de VS na 9 september 2001 nodig had.
Rusland toonde begrip voor de situatie, maar is wel bezorgd voor de ontwikkelingen in die regio. Deze grenst aan haar zuidelijke flank met voormalige Sovjet republieken. Een nucleaire wapenwedloop zal de stabiliteit in die regio niet ten goede komen. Daarnaast zou het Noord Korea ook doen besluiten om kernproeven te houden. Waarom dan de gematigde reactie? India is de grootste koper van Russische wapensystemen. De 2 landen houden gezamenlijk mariene oefeningen. Beide zijn aanhangers van de visie dat de wereld een multipolair moet zijn en dat niet 1 a 2 landen alles moeten kunnen beslissen. India zou een tegenwicht kunnen bieden aan de groeiende Turkse invloed in de voormalige Sovjet republieken. Rusland is de leverancier van een nieuwe kernreactor in India en had dus financiele belangen. Dit geldt ook voor de hulp die Rusland geeft aan Indiaas ruimtevaart programma.
Euforie verdween snel door de afgekondigde sancties die leidde tot een verhoging van de voedselprijzen. Daarnaast was men bezorgd over de veilige opslag mogelijkheden van de wapens en of ze wel paste in de militaitre commandostructuur.
India verklaarde na de tests bereid te zijn om in grote lijn het CTBT te volgen en nam actief deel aan de onderhandelingen voor een verdrag dat moet zorgen dan grondstoffen voor kernwapens minder makkelijk beschikbaar worden. Het zou ook gaan zorgen voor een “stewardship” programma voor de voorraad kernwapens die het heeft.
Stabiliere of gevaarlijke regio
Had India kernwapens nodig? De conventionele overmacht van India is groot
genoeg ten opzichte van Pakistan, zoals in het verleden bewezen is. Maar ook
China wordt altijd aangevoerd als een reden om kernwapens te bezitten. Het
wapenprogramma is lang niet groot genoeg om deze dreiging serieus het hoofd te
bieden. India heeft hiervoor ook niet de economische en industrieele middelen.
De relatie met China was juist voor de kernproeven aan het verbeteren. In 1991 en 1996 waren 2 akkoorden op dit vlak getekend.
Volgens de stabilteitstheorie zou het hebben van kernwapens de kans op oorlog tussen aartsrivalen verkleinen, zoals de relatie tussen de VS en de Sovjet Unie en de situatie in Europa tijdens de Koude Oorlog. Geldt dit ook voor het Indiaase subcontinent?
Volgens sommige * niet en geven hiervoor 5
redenen:
Ten eerste zijn de grensconflicten die tot oorlogen hebben geleid nog niet
opgelost( zie buitenlandse oorzaken) en kunnen aanleiding zijn voor nieuwe
conflicten, vooral Kashmir. Ten tweede ontbreekt in India en Pakistan politieke
stabiliteit en spelen de veelal nationalistische regeringen in op het
dreigingsgevoel dat leeft bij de veelal analfabetische bevolking om steun van
deze bevolking te krijgen. Of dit nog geldt na de coup van generaal Musaraf valt
te bezien.
Ten derde kent geen van beide landen een publiek debat over de rol van kernwapens veelal door een gebrek aan kennis over dit onderwerp en buitenlands beleid en defensie. De wapens zijn gekoppeld aan emoties en kan voor een situatie leiden dat een zwakke regering onder druk van de bevolking komt om kernwapens in te zetten.
Ten vijfde beschikken de landen nog niet over een second strike capaciteit, waardoor de kernwapens kwetsbaar blijven voor een een pre emptive strike. Bewust van dit gevaar schept een situatie waarbij men moet kiezen tussen het gebruiken in een vroeg stadium om het risico lopen dat de wapens verloren kunnen gaan. Deze 5 zaken zouden de regio juist instabieler gemaakt hebben na de kernproeven dan daarvoor.
De test hebben geen oplossing gegeven voor de kwestie Kashmir of voor de geschillen met China. China is slechts waakzamer geworden en de onderhandelingen die het wel kunnen oplossen lijken verder weg dan ooit. De symphatie die India had voor de claim op een permanente zetel in de Veiligheidsraad is minder geworden.
* Rob de Wijk, Internationale Spectator, jaargang 52 (1998), nr. juli/augustus (7/8), blz 390 tm 394.