De Verenigde Staten
De Amerikaanse kernmacht kreeg twee taken, het verdedigen van de VS tegen een kernaanval en het verdedigen van Europa tegen een kern- en een conventionele aanval door de SU. Vlak na W.O.-II werden de atoombommen ingepland als gewone bommen met een grotere explosieve kracht. De kleine beschikbare aantallen waren moeilijk hanteerbaar.  Ze waren, tot 1950, alleen bedoeld voor bombardementen op grote bewoonde gebieden en grote industriële doelen. De vliegtuigen, waarin ze vervoerd werden, waren langzaam en kwetsbaar.  Doordat de kernwapens veel goedkoper waren dan conventionele troepen kwam hier de nadruk op te liggen. Kernwapens werden gebruikt als vervanging van conventionele kracht en als diplomatiek drukmiddel.
Onder Eisenhower kwam een nieuwe strategie, de New Look. Deze was onvoorspelbaar, de mogelijkheid voor het gebruik van kernwapens werd opengelaten, en gericht op wederzijdse vernietiging (Mutual Asured Destruction, MAD) door over een 'second strike'-capaciteit te beschikken. Vanaf 1954 zou volgens de NAVO-strategie een Sovjet-aanval beantwoord worden met inzet van alle nucleaire middelen. Dit kwam doordat een conventionele verdediging niet mogelijk was.  Het doel was het voorkomen van het uitbreken van kernoorlog.
Door de technologische ontwikkelingen en de veronderstelde bruikbaarheid tegen een Sovjet-aanval , werden midden jaren '50 tactische kernwapens ingevoerd. Ze moesten de conventionele troepen een grotere overlevingskans geven bij een kernaanval. Door verspreiding, die nodig was om te kunnen overleven, zou de slagkracht verminderd zijn en door tactische kernwapens zou dit weer gecompenseerd worden.  Aangezien de conventionele overmacht van de SU niet gecompenseerd werd door de NAVO, kregen tactische kernwapens een kans. Ze waren zowel offensief als defensief te gebruiken. Doordat de SU deze wapens ook invoerde, konden ze niet langer gebruikt worden om de conventionele overmacht van de SU te compenseren. Het aantal kernwapens nam snel toe.

In 1955 toonde de eerste oefening met deze wapens aan dat na gebruik niets meer te verdedigen was in Duitsland.  Ze veroorzaakte een enorme schade aan de omgeving en politieke schade in Duitsland. Tevens verhoogde ze de kans op een escalatie naar een volledige nucleaire oorlog.
Hoewel de VS nucleaire garanties had gegeven voor de verdediging van de Westerse bondgenoten werden ze ongeloofwaardig, omdat hiervoor nooit Amerikaanse steden geriskeerd zouden worden.  In theorie was sprake van wederzijdse vergelding, maar in de praktijk werden atoombommenwerpers uit Europa teruggehaald en breidde men de conventionele troepen uit.

De jaren '60
In de jaren '60 veranderde de strategie. Men probeerde meer flexibiliteit te hebben, zodat men niet meteen kernwapens hoefde te gebruiken. De nieuwe 'flexible response'-strategie was gericht op het bewust stap voor stap laten escaleren van de vijandelijkheden.
De kern van 'flexible response' was onvoorspelbaarheid en de "nadruk [lag] op hoop van politieke leiders dat zij tijdens een politieke crisis of een gewapend conflict een psychologisch overwicht [konden] krijgen op de tegenstander door het afvuren van kernwapens of door het dreigen daarmee." Deze strategie laat ruimte voor ontwapeningsonderhandelingen aangezien kernwapens opgegeven kunnen worden, terwijl de strategie overeind blijft. Een onuitputtelijk spectrum van kernwapens is niet nodig.
In 1967 werd 'flexible response' als de nieuwe NAVO-strategie aangenomen. Dit was een compromis tussen tegengestelde visies van de VS en Europa. De laatste zag tactische kernwapens niet als mogelijkheid om de inzet van strategische kernwapens te voorkomen, maar juist te veroorzaken. De dreiging hiervan moest zo een oorlog voorkomen. Europa stelde als voorwaarde dat ze niet meer aan conventionele bewapening hoefde uit te geven. Het gevolg was dat conventionele escalatie niet eens mogelijk was, omdat het Amerikaanse leger in Vietnam zat. De strategie leidde tot een gevoel van abandonment bij de Europese landen.  De nieuwe strategie zorgde ervoor dat men plande voor het  voeren van een conventionele oorlog, zonder echt rekening te houden met kernwapens.
Rond het midden van de jaren '60 voerde de VS de Multiple Independent Reentry Vehicles (MIRV) in en was een verschuiving van 'second strike' naar 'limited first strike' waarneembaar. De reactie van de SU was duidelijk: elk gebruik van kernwapens zou altijd escaleren naar een totale en nucleaire oorlog.  De tactische wapens werden niet weggehaald uit Europa. Deze moesten niet alleen de gaten in de conventionele bewapening dekken en de VS in Europa houden, maar ook Europa aanleiding geven om mee te praten binnen de NAVO over rol van kernwapens. Hiervoor werd in 1967 de Nucleaire Planning Groep opgericht.

Escalatie
Een belangrijk onderdeel van de 'flexible response'-strategie was het concept van escalatiedominatie. Dit gaat uit van een voorspelbaar nucleair antwoord op acties van tegenstander en legt de keuze voor escalatie bij hem. Het eventueel uitblijven van een antwoord biedt ruimte voor onderhandelen.  De zogenaamde escalatieladder van actie en reactie door de twee partijen zou voor meer politiek voordeel moeten zorgen. In de praktijk zou dit echter onduidelijker zijn. Het is de vraag of elke tree wel duidelijk herkenbaar zou zijn. Het gevaar van miscommunicatie tussen de twee partijen zou ook niet vergeten moeten worden. De grootste vraag is wat zou gebeuren nadat de nucleaire drempel gepasseerd is.
In de jaren '70 probeerde men de escalatieladder geloofwaardig te maken door het ontwikkelen van wapens die gaten erin moesten vullen. Dit zou zelfs onder Reagan door gaan. Rond het midden van de jaren '80 waren nog geen mogelijkheid gevonden voor het geval dat afschrikking mocht falen. De nadruk werd toen weer meer op de conventionele troepen opbouw gelegd, mede om de afhankelijkheid van kernwapens te reduceren.  Reagan probeerde het gebruik van kernwapens zo lang mogelijk uit te stellen door o.a. het SDI-project en versterking van de conventionele troepen in Europa. Dit resulteerde in de Air-Land Battle Doctrine.  De NAVO heeft in 1990 besloten dat kernwapens voortaan slechts in uiterste geval gebruikt zullen worden.
 

terug