Zuid-Afrika
In 1989 besloot de Klerk dat Zuid-Afrika zou toetreden tot het NPV en zijn kernwapens zou opgeven. In slechts 24 maanden waren onder strenge controle de wapens ontmanteld en alle documenten ervoor vernietigd. Het einde van de communistische dreiging, de onafhankelijkheid van Namibië, de betere relaties met de buurlanden en het internationale isolement waren de externe factoren die bijdroe-gen aan het besluit. Tevens wilde men voorkomen dat het ANC in het bezit kwam van kernwapens na de te verwachtte machtsovername. Aangezien de sterkste aanhangers van programma met pensioen waren, kon besloten worden om het militaire nucleaire programma te beëindigen. De onthulling van het programma moest binnen- en buitenlandse groepen overtuigen dat het regime werkelijk wilde veranderen. Dit was nodig om uit het internationale isolement te komen. Zuid-Afrika trad in 1991 tot het NPV toe en had de IAEA-waarborgovereenkomst getekend.
Na de bekendmaking had het IAEA de uitgenodiging voor inspecties van
de belangrijkste plaatsen meteen geaccepteerd , omdat onduidelijk was of
geen wapens of nucleair materiaal waren achtergehou-den. Hierop bestaat
weinig kans al blijft dit onzeker aangezien nooit goed bij gehouden is
hoeveel nucleair materiaal is geproduceerd. De Amerikanen geloven
niet dat alles vernietigd is en het IAEA vond bij inspectie hier bewijzen
van.
Achteraf kan geconcludeerd worden dat wetenschappers de gang van zaken
bepaalde, omdat de verrijkingscapaciteit gebouwd was, voordat besloten
werd om naar kernwapens te streven. Het internationale klimaat had het
programma bemoeilijkt en de duur van het ontwikkelen verlengd en zo hogere
politieke en economische kosten met zich mee bracht. Er is weinig tegen
te doen als wetenschappers of bureau-craten besluiten dat een land een
atoombom nodig heeft, omdat deze van buitenaf veel moeilijker te beinvloeden
zijn.
Nucleaire strategie
De strategie van Zuid-Afrika was niet offensief van aard. Door een
serie acties, waaronder het tot ontploffing brengen van kernwapens, moest
de VS overgehaald worden om Zuid-Afrika te gaan helpen. De strategie bestond
uit drie fasen. Pas bij de 3e fase zou besloten worden een kernwapens
tot ontploffing te brengen. Tijdens de eerste twee fasen zou men
proberen met diplomatieke middelen de VS te overtuigen om in te grijpen.
Het was onlogisch te denken dat de VS met een groot percentage gekleurde
soldaten het apartheidsregime zou gaan verdedigen. Daarnaast was de relatie
tussen de twee landen niet bepaald goed. Voor de buurlanden waren de conventio-nele
middelen voldoende. Over een eventuele Sovjet dreiging was niets bekend,
omdat niemand van de militairen de Russische literatuur kon bestuderen.
Tegen de SU zouden de kernwapens waarschijnlijk niet gebruikt worden, vanwege
het gevaar voor vergelding. De strategie is waarschijnlijk pas bedacht
toen capaciteit al bestond. De reden hiervoor is dat de wetenschappers
en niet de militairen de drijvende kracht achter een kernwapenprogramma waren.