De beginjaren van het IAEA
Na de "Atoms for Peace"-rede werd het IAEA opgericht om toe te zien op de verspreiding van de vreedzame toepassing van nucleaire technologie. Dit werd via een waarborgsysteem gecontroleerd.  De VS waren de voornaamste leverancier van nucleair materiaal.  Daarnaast kreeg het IAEA de taak om te zorgen voor de overdracht van de nucleaire kennis aan landen die daar om vroegen. Het IAEA was  zo controleur als verspreider tegelijk. Door een contributie te betalen konden landen lid worden van het IAEA.  Met een Japans verzoek om natuurlijk uranium te leveren voor een onderzoeksreactor traden de eerste waarborgen van het IAEA in werking. Deze golden in het begin alleen voor kleine onderzoeksreactoren. Midden jaren '60 werden deze uitgebreid en golden de waarborgen ook voor grotere kernreactoren en andere onderdelen van de nucleaire cyclus. Verrijkingsinstallaties vielen niet onder de waarborgen, omdat alleen kernwapenstaten hierover beschikten.
Het waren veelal Westerse landen, zoals Frankrijk, die het niet zo nauw namen met de controle op de verspreiding van de nucleaire technologie. Deze landen deden veelal geen beroep op het IAEA en controleerden ook zelf niet op vreedzaam gebruik van de technologie. Tevens belemmerden de gemaakte afspraken niet de mogelijkheid voor een land om met binnenlandse technologie kernwapens te ontwikkelen.
Euratom, dat ongeveer gelijktijdig met het IAEA het licht zag, wilde niet dat de laatste op het grondgebied van Euratom inspecties zou uitvoeren. Euratom kende namelijk zelf een inspectie-regime. Na veel touwtrekken stemden de VS toch in en ondermijnden daarmee de universaliteit van het IAEA.
De VS hadden een eigen waarborgsysteem voor het nucleair materiaal dat ze geleverd hadden. Dit waren bilaterale afspraken. Vanaf 1963 werd de controle bevoegdheid voor deze afspraken aan het IAEA overdragen. Dit voorbeeld werd door andere landen gevolg.  Dit vergrootte de status van het IAEA. De waarborg-afspraken gaven het IAEA ten alle tijden overal toegang om te controleren op vreedzame toepassingen van nucleaire technologie.

Het aantal kernwapenstaten breidden in de jaren '50 en '60 uit. Hieruit bleek dat de opzet van de "Atoms for Peace"-rede gefaald had. Men kwam toen tot nieuwe maatregelen die werden vastgelegd in het NPV.

terug