GATT (General Agreement of Tarifs and Trade)

 

De GATT is in 1947 door 23 landen (nu 114) aangegaan om de wereldhandel te verbeteren door liberalisering door:

- verlaging van de invoerrechten

- afschaffing van de handelsbelemmeringen

- beëindigen van discriminerende handelspraktijken

 

De drie grondbeginselen van de GATT zijn:

 

- Non-discriminatie (art. 1). Hiermee bedoelt men dat de verschillende handelspartners

  een gelijke behandeling krijgen (meest-begunstigingsclausule). De vorming van

  vrijhandelzones en douane-unies zijn in strijd met de regels van de GATT. Ze worden

  wel gedoogd daar ze overeenkomen met het doel van de GATT, te weten het verminderen van de    handelsbelemmeringen.

- Wederkerigheid. Dit houdt in dat als het ene land de tarieven verlaagt andere landen

  een even grote tegenprestatie moeten doen.

- Een algemeen verbod op protectie anders dan door invoerrechten (b_v.

  exportsubsidies of -quota's)

 

Omdat veel ontwikkelingslanden vonden dat de GATT alleen voor de geïndustrialiseerde landen voordeel bracht werd besloten tot oprichting van de UNCTAD (zie hiervoor)

 

Geschiedenis

 

De belangrijkste besprekingen van de GATT zijn ongetwijfeld de Kennedy-ronde en de Uruquay-ronde. De Kennedy-ronde liep van 1964 tot 1967. Hierin zijn veel tarieven verlaagd.  Het opmerkelijke is dat deze besprekingen alleen tussen de geïndustrialiseerde landen plaatsvonden. De Uruquay ronde is bekend omdat deze ronde na ongeveer 7 jaar op 15 december 1993 is afgesloten.  Het grote struikelblok betrof de landbouwsubsidies van de EG.

 

terug naar internationale organisaties