India
India hield in 1974 een zogenaamde "vreedzame" kernproef. Het land had
het NPV niet ondertekend en de gebeurtenis bracht een grote internationale
schok en verontwaardiging teweeg. De proef was waarschijnlijk een indirecte
reactie op het Pakistaanse besluit om kernwapens te ontwikkelen (zie
hieronder) en de verbeterde relatie tussen de VS en China. Pakistan had
geholpen deze opening tot stand te brengen. Daarnaast moest het waarschijnlijk
ook de binnenlandse steun voor de premier, Indira Gandhi, vergroten.
India's nucleaire optie was ontwikkeld vanwege de bedreiging vanuit
China en de oorlogen met Pakistan. Gedurende de jaren '50 had een
kleine groep Indiaase leiders voor de kernwapenoptie gepleit, aangezien
men bang was voor de dreiging die van toekomstige Chinese kernwapens uit
zou gaan. Men was niet bezorgd voor een rechtstreekse militaire dreiging,
maar vooral voor politieke intimidatie. India voelde zich bedreigd
sinds de Chinees-Indiaase oorlog eind jaren '60. De oorlogen met Pakistan
hadden de vrees voor een twee frontenoorlog aangewakkerd, hetgeen kernwapens
moesten voorkomen. Ook het prestige was een drijfveer voor een nucleaire
optie. India zag zich als leider van de ontwikkelingslanden en de groep
van Niet-Gebonden-Landen, hetgeen een nucleaire optie zou ondersteunen.
India beschikte over een volledige nucleaire cyclus die niet onder
controle van het IAEA staat. Het materiaal voor kernwapens kon dus zonder
veel problemen gewonnen worden. De eerste kernreactor was geleverd door
Canada, bijna zonder waarborgen, en brandstof uit deze reactor was gebruikt
voor de explosie in 1974.
Hoewel India onderscheid maakte tussen een explosie voor militaire
doeleinden en voor vreedzame doeleinden, werd dit niet door andere landen
onderschreven. Technisch is er namelijk geen verschil tussen de twee. De
proef leidde tot een veroordeling door andere landen en een aanscherping
van het non-proliferatie regime.