China
De hulp werd in juni 1959 gestopt vanwege de oplo-pende
spanningen tussen de twee landen. Dit kwam o.a. door de Chinese weigering
om een radiostation voor de SU te bouwen en de afzijdige houding van de
SU bij de "Taiwanese straat"-crises. Het prototype werd niet geleverd en
geleerden werden terug getrokken. Ook de Grote Sprong Voorwaarts
en de Culture Revolutie hinderden de voortgang van de ontwikkeling van
respectievelijk de atoombom en de waterstofbom.
Door de vorderingen die in de VS en de SU gemaakt werden, konden de
Chinezen ondanks de toegepaste censuur, nog veel informatie in de open
literatuur vinden. Ook konden ze informatie halen uit de testprogramma's
van de VS en SU, bijvoorbeeld door het nemen van atmosferische monsters.
China's raketprogramma moest over een lange periode zorgen voor raketten,
Dongfeng (ooster wind) genaamd, met verschillende reikwijdtes en voor verschillende
doelen, zoals Japan (DF2), Filipijnen (DF3), Guam (DF4) en de VS (DF5).
Mao hechtte niet veel waarden aan nucleaire wapens en bagatelliseerde
altijd het gevaar. Hij was tot in de jaren '60 overtuigd van de Volksoorlog,
die de commu-nisten aan de macht had gebracht. Andere militairen waren
zich wel bewust van de nucleaire gevaren en het Chinese leger werd ook
getraind in het overleven van een nucleaire aanval. China bracht
in 1964 zijn eerste atoombom tot ontploffing.
De Amerikaanse dreigementen om kernwapens te gebruiken tijdens de Korea-oorlog
en de "Taiwan straat"-crises in de jaren '50 en het niet kunnen vertrouwen
van de SU, hebben geleid tot de Chinese wens voor kernwapens. Daarnaast
zou een geloofwaardige conventionele defensie zoveel van het land hebben
gevergd, dat dit zelfs de legitimiteit van het jonge regime in groot gevaar
zou brengen door de tekorten die dan dreigden. Tevens zou de conventionele
modernisering door het gebrek aan financiële middelen, de lage scholing
van de meeste militairen en het gepolitiseerde onderwijs niet op te brengen
zijn.
Kernwapens moesten de mogelijkheid van politieke onafhankelijkheid
verzekeren en een internationaal prestige geven, doordat het monopolie
van de supermachten door een ontwikkelingsland doorbroken was. Daarnaast
waren kernwapens waren goedkoper en boden een antwoord op de dreiging van
beperkte militaire acties. De plaatsing van kernwapens door de SU
langs de grens, versterkte het gevoel van bedreiging. China had echter
geen kernwapens nodig om zich te beschermen tegen de andere buurlanden.
Het ontwikkelen van de bom was tevens een onder-deel van een breder streven
naar wetenschappelijke vooruitgang.
Nucleaire strategie
De andere groep uit de eerste proliferatie golf zijn de middelgrote
mogendheden Groot-Brittannië, Frankrijk en China. Zij hanteren de
strategie van 'minimum deterence' ofwel minimale afschrikking. Door de
beperkte middelen die ze tot hun beschikking hadden, moest de kernmacht
veel kleiner worden en omvat enkele honderden tot zo'n anderhalf duizend
kernkoppen. De kernmachten zijn verder hetzelfde als bij de VS en de SU.
De opbouw van een eigen kernmacht leidde ook bij hen tot reductie van de
omvang van de conventionele troepen, veelal doordat bezuinigd moest worden.
Hun kernmachten waren meestal sterk verouderd ten opzichte van die van
de supermachten en zij waren dan ook constant bezig met een inhaalrace
op technologisch gebied.
De Chinese nucleaire strategie kende vanaf het begin een aantal principes,
deze waren 'no first use'; geen tacti-sche kernwapens tot aan de jaren
'80; een kleine maar betrouwbare kernmacht die in staat is de bevolkingscentra
van de vijand zwaar te treffen; veel verschillende types strategische kernwapens
en het idee van minimum vergelding. In de jaren '80 vond een verschuiving
naar nieuwe strategie, de "Limited Nuclear Deterence" plaats. Deze is nog
steeds gericht op vergelding. De grote verandering was te vinden in het
feit dat niet langer de principes van de Volksoorlog van Mao golden. China
had vooral vooral de Franse strategie bestudeerd. Ander veranderingen hielden
in dat de strategie meer gericht was op overleven en flexibiliteit. Dit
laatste werd vertaald in kernwapens voor verschillende afstanden. Daarnaast
verschoof de aandacht voor onderdelen van de nucleaire triade, bommen-werpers
krijgen een meer tactische rol en onderzeers werden steeds belangrijker.
De kernwapens lijken bedoeld om inmenging van buiten te voorkomen.
China heeft geen dure silo's, maar heeft kernwapens verborgen in een complex
bergachtig terrein. Hierdoor beschikt het toch over een "second-strike"
capaciteit.